regelement Airsoft

HUISHOUDELIJK REGLEMENT - 1 - DEEL IV DE ORGANISATOREN
Versie geldig vanaf 15 november 2010


TITEL V– DE SPEL – EN GEDRAGSREGELS
HOOFDSTUK I – De spelregels

5.1.1. FPS-regelgeving en metingen

Er is één algemene AAB regel waar de FPS regel en metingen worden toegepast worden.
Doch kunnen organisatoren van deze algemene regel afwijken mits voorafgaande goedkeuring van AAB.
Op alle skirms/airsoftevenementen bij de aangesloten organisator zijn de volgende regels van toepassing op alle
categorieën en alle type van terreinen:
- 350 FPS voor elk airsoftwapen waarvan de herlading van de BB automatisch gebeurt. Hierbij geldt een noshooting-zone van 5 meter. Er wordt hierbij een foutenmarche van 10 FPS getollereerd.
- 500 FPS voor elk airsoftwapen waarvan de herlading van de BB manueel dient te gebeuren en dan met name
de sniperachtige airsoftwapens. Hierbij geldt een no-shooting-zone van 20 meter. Hierbij is de meetfout van
de FPS tester inbegrepen, en mag de opgegeven waarde niet worden overschreden.
Een airsoftwapen dat niet onder een van deze 2 categorieën valt, dient aan de organisator voorgelegd te worden
en er zal door de organisator bepaald worden wat de maximum FPS zal mogen zijn (bv M203 shells en PSG)
De testen worden uitgevoerd onder de volgende omstandigheden:
- alle metingen worden gedaan met 0.20 gr BB's die voorzien worden door de organisator alvorens de meting
begint
- Het wapen wordt getest in een speelbare toestand
De minimumafstand voor CQB wordt bepaald door het (de) gebouw(en), en als dusdanig door de organisator. De
airsoftwapens dienen voor elk evenement gecontroleerd te worden.
De organisator verplicht zich ertoe voor aanvang van het evenement om elke airsoftwapen te controleren die
tijdens het spel wordt gebruikt. Aangeraden wordt om geteste airsoftwapens te markeren.
Telkens een speler een ander airsoftwapen wenst te gebruiken gedurende het spel, dient hij deze ter controle aan
te bieden aan de organisator.
Aangeraden wordt om de opgegeven FPS-limieten die geldig zijn voor het evenement niet alleen op te geven
tijdens de aankondiging, doch deze ook bekend te maken op het evenement zelf door middel van affichering in de
safety-zone en eventueel ook in de aparte testzone indien deze beschikbaar is.

5.1.2. Het richten van een replica

Richt NOOIT je replica op non-airsofters!
Non-airsofters zijn levende wezens die niet deelnemen aan het desbetreffende airsoftevenement.

5.1.3. Lichaamsbescherming
Draag altijd een degelijke veiligheidsbril als je de replica gebruikt tijdens spelen of om te testen.
Het is ook verplicht stevig schoeisel te dragen.

5.1.4. Publiekelijk vertoon van replica’s
Vermits je replica onder de vrij verkrijgbare wapens valt in de wapenwet is het VERBODEN om met je replica rond
te lopen op de openbare weg.
Nooit met je replica’s op de openbare weg, openbare plaatsen, publiek toegankelijke plaatsen, enz… rondlopen.

5.1.5. Vervoer van de replica’s
Het vervoer van de replica’s gebeurt enkel als je van of naar een airsoftevenement rijdt of als je deze meeneemt
naar een leverancier/hersteller en dit via de kortst mogelijke weg.
Indien je met de wagen gaat mag de replica NOOIT zichtbaar zijn. Een replica moet men vervoeren in een
afgesloten koffer/draagzak dewelke je in de koffer van je wagen opbergt. Eventueel kan deze op zijn beurt ook
nog eens afgesloten worden door middel van een slot met sleutel en/of cijfercombinatie.

5.1.6. Het dragen van uniformen
Het dragen van uniformen buiten het team (evenement) is niet toegelaten door het bestuur.
Het dragen van uniformen is in België toegestaan vermits er geen kentekens op de uniformen staan, maar kan
toch voor de nodige problemen zorgen.
Kom dus in burgerkledij naar de evenementen.
Iedereen is voor zichzelf verantwoordelijk betreffende het dragen van zijn/haar kledij.
HOOFDSTUK II –De gedragsregels

5.2.1. Onwettige tekens
De organisatie moet spelers van het terrein verwijderen indien zij onwettige tekens dragen.
Hieronder verstaat men de kentekens van Belgische overheidsdiensten, alsook de kentekens van (neo)nazistische,
fascistische of racistische aard.
Laatste verplichting is in het kader van onderstaande wetten:
- Wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden (Belgisch Staatsblad, 8 augustus 1981) en gewijzigd op 15 februari 1993 (Belgisch Staatsblad, 19 februari 1993), 12 april 1994 (Belgisch Staatsblad, 14 mei 1994), 7 mei 1999 (Belgisch Staatsblad, 25 juni 1999), 20 januari 2003 (Belgisch Staatsblad, 12 februari 2003) en 23 januari 2003 (Belgisch Staatsblad, 13 maart 2003);
-Wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie en tot wijziging van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. (Belgisch Staatsblad, 17 maart 2003 - Err. Belgisch Staatsblad, 13 mei 2003). Laatste aanpassingen: Wet van 9 juli 2004 (art. 108), (Belgisch Staatsblad, 15 juli 2004 [Arbitragehof, arrest nr. 157/2004 van 6 oktober 2004, betreffende de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de wet van 25 februari 2003 - Belgisch Staatsblad, 18 oktober 2004])
De organisator heeft steeds de eindbeslissing betreffende het gebruik van symbolen die een bepaalde affiniteit vertonen, doch die bij wet niet verboden zijn.

5.2.2. Respect voor het milieu
De spelers zijn verplicht gebruik te maken van biologisch afbreekbare BB’s tijdens volledig of gedeeltelijke
openluchtspel evenementen.
Bij binnenhuis evenementen is het gebruik van biologisch afbreekbare BB’s niet verplicht, doch aangeraden.
Glazen, metalen of met metaal bekleedde BB’s zijn te allen tijde verboden.

5.2.3. Alcohol
Het gebruik van alcoholische dranken is NIET toegestaan en iedereen die klaarblijkelijk onder invloed is van
alcohol zal de deelname aan een evenement geweigerd worden.

5.2.4. Verdovende middelen
Het gebruik en/of bezit van verdovende middelen is NIET toegestaan en iedereen die klaarblijkelijk onder invloed
is van verdovende middelen zal de deelname aan een evenement geweigerd worden.
Het aanzetten tot gebruik van verdovende middelen is strafbaar. Bij elke inbreuk op dit artikel zal onmiddellijk de
bevoegde instantie in kennis gesteld worden.

5.2.5. Dieren en derden
Het is VERBODEN om te schieten op dieren, ongeacht welk dier het ook is.
Het is VERBODEN om te schieten op derden (non-airsofters).
Non-airsofters zijn levende wezens die niet deelnemen aan het desbetreffende airsoftevenement.

Bron http://www.airsoftalliantiebelgie.be/